Van vakantiekolonie tot natuurvriendenhuis: Het Zeehuis – een portret

Huiswachten van het Zeehuis, ontdekte Zeehuis-voorzitter Friso Teerink, krijgen regelmatig vragen van gasten over de geschiedenis van het huis. Is het altijd van Nivon geweest? Hoe zat het nou met die opvang van stadse bleekneusjes? Een onlangs uitgegeven boekje geeft inzicht in de interessante geschiedenis van dit natuurvriendenhuis én laat een heel aantal Zeehuis-vrijwilligers en -bezoekers aan het woord.

De eerste twee hoofdstukken staan uitgebreid stil bij Het Zeehuis als koloniehuis. Aan het eind van de 19e eeuw groeide onder welgestelden in Nederland de aandacht voor de slechte gezondheid van de minder bedeelde klassen. Een aparte categorie vormden de wezen uit de stad, zoals er honderden woonden in het Burgerweeshuis in Amsterdam. Hier kregen de kinderen een opleiding, waarmee ze een zelfstandige plek in de maatschappij zouden kunnen innemen.

Orde en reinheid

Behalve aan de educatie, werd ook aan de gezondheid gedacht. “In de vacantiekolonies (..) wordt de deugd aangekweekt” en “Orde, reinheid en liefde opent het oog voor het ware, het schoone en het goede. Geen ledigheid en verveling, maar opgewektheid en levendigheid,” was het uitgangspunt.

Het Burgerweeshuis werkte vooral voor de armen, maar werd bestuurd door rijke Amsterdammers. De gedachte groeide om een eigen vakantiehuis annex hersteloord op te richten, waar de kinderen konden kennismaken met de natuur. Op 2 juli 1908 werd Het Zeehuis aan de Bergense Zeeweg officieel geopend, drie dagen later kwamen de eerste 52 weeskinderen er logeren.

Voor dit deel stelde de Historische Vereniging Bergen bestaand materiaal beschikbaar. Het was ook via deze vereniging dat Teerink in contact kwam met Herman Gelens, samensteller/ auteur van het boekje.

“Er waren al twee mensen voor mij gevraagd,” vertelt Gelens. “Maar de eerste kreeg een hersenbloeding en de tweede is plotseling overleden. Het leek me een leuke opdracht, maar het was dus wel de vraag of ik hem zou overleven.” Sinds hij in 2000 in Bergen kwam wonen, schreef Gelens enige malen voor de Bergense Kroniek, het blad van de Historische Vereniging. Ook zit hij sinds 2019 in de redactie van Heemschut, de vereniging voor bescherming van erfgoed. “Ik schrijf graag,” zegt hij. “Een pensionado moet een portfolio van leuke activiteiten hebben.”

 

Hecht team

Sinds 1961 is Het Zeehuis in handen van Nivon. Voor dit deel van het boek dook Gelens in de geschiedenis van Nivon, sprak hij met bezoekers en vrijwilligers en bezocht hij een van de befaamde werkweken. Gelens was zelf niet eerder bekend met Nivon en Het Zeehuis. “Ik was er wel eens binnen geweest tijdens de Kunst10Daagse. Maar verder niet.”

 

Hij was aangenaam verrast door de inzet van de vele vrijwilligers. “Beheer en onderhoud van een monumentaal pand als Het Zeehuis kost veel inspanning. Hiervoor steunt het huis op een groep van bijna honderd vrijwilligers. Ze vormen een heel hecht team. Er is ook een grote groep die elk half jaar als werkende gast het hele huis schoonmaakt en repareert. Dit boekje is een hommage aan al diegenen die het huis draaiende houden.” schrijft hij in zijn voorwoord.

 

 

Muizen in de piano

Veel aandacht geeft de tweede helft van het boek dan ook aan de vrijwilligers, ‘de mensen op wie Het Zeehuis steunt’ en die iedere dinsdag met zijn allen de voorkomende werkzaamheden plannen en (laten) uitvoeren. Het levert mooie portretten en anekdotes op: van een groepje jongeren dat in de jaren ‘60 de schuur achter Het Zeehuis annexeerde tot de muizen die het vilt in de piano aanvraten.

Als voormalig consultant heeft hij in zijn werkzame leven heel wat bedrijven van binnen gezien. “Ik proefde de sfeer en mijn advies was deels gebaseerd op de sfeer die ik aantrof. De plezierige sfeer onder de vrijwilligersgroep die Het Zeehuis zo goed draaiend houdt, ben ik zelden bij bedrijven tegengekomen. Er wordt goed gewerkt, hard gewerkt ook, maar er is ook altijd tijd om een bakje te doen met elkaar. Zo kom je het in het bedrijfsleven tegenwoordig niet veel meer tegen. Maar het is wel de sfeer waarmee de beste prestaties worden geleverd. Ik voelde me meteen thuis in de groep, ook al was ik een relatieve buitenstaander.”

Nieuwe zingeving en sociaal contact, vaak na het pensioen, zijn voor de meeste vrijwilligers de belangrijkste redenen om voor Het Zeehuis aan de slag te gaan. “Het is eigenlijk één grote familie,” schrijft Gelens. “Maar dan één die je zelf kunt kiezen.”

 

Tekst: Hester Schaaf

Foto’s: Floor Verkerk, Historische Vereniging Bergen

Het boekje is financieel mede mogelijk gemaakt door het J.P. van Blijdestijnfonds en enkele bedrijven waarmee Het Zeehuis een vaste relatie heeft, zoals de wasserij, het schoonmaakbedrijf, het installatiebedrijf, het aannemersbedrijf en het schildersbedrijf.

Voor de historische teksten kon vrij gebruik worden gemaakt van materiaal van de Historische Vereniging Bergen; auteur Herman Gelens werkte op vrijwillige basis mee.

Natuurvriendenhuis Het Zeehuis – een portret is te bestellen via nivon.vrijeboeken.com.

ISBN: 978-94-911421-6-1

Teksten: Herman Gelens, Maria Smook-Krikke, Jan Th. Franse