Op pad met het IVN

Door Ton Oostveen, vrijwilliger bij Nivon Utrecht

Mijn smartphone trilt in mijn jaszak. Het is een Whattsap van Yvonne: “De KRO/NCRV organiseert een excursie in de Loonse en Drunense duinen. En een gids van het IVN begeleidt ons.” Met die laatste zin weet zij zich verzekerd van mijn gezelschap. De natuurgidsen van onze zusterorganisatie beschikken vaak over interessante weetjes. De gids van vandaag verzorgde eerder in dit jaar een week natuurbeleving vanuit natuurvriendenhuis Morgenrood. Het vertrekpunt is nu restaurant Bosch en Duin aan de rand van Udenhout. Bij aankomst worden wij gastvrij onthaald op koffie/thee en, zo je wilt, met een soort Brabants appelgebak.

In een goed humeur en met aangenaam, droog weer ging mijn groep van ongeveer twintig personen, er waren vier groepen, op pad. De IVN-gids blijkt een capabele zestigjarige man die dagelijks in de Loonse en Drunense duinen rond struint. Hij verstaat de kunst om tijdens zijn uitleg niet te veel details te geven, zoals gemakkelijk gebeurt als je veel weet en dit wilt delen met een ander. De wandeling is vijf en een halve kilometer lang en zal twee uur duren.

Brabantse Sahara

Na tien minuten lopen door het bos is het zover: Mijn eerste kennismaking met de grootste zandvlakte van Nederland. Nadat we een brede heuvelrug zijn opgelopen kijken wij verrast neer op een spectaculair, ongewoon nederlands landschap. Tot aan de horizon strekt zich een enorme zandvlakte uit, onderbroken door heuvels die gedeeltelijk met zandzegge, een ruige grassoort, bedekt zijn. Met op de top veelal een solitaire vliegden (Pinus sylvestris), half onder gestoven door zand. En dit is dan ook gelijk het unieke kenmerk van dit nationale park. Het bestaat uit 35 km2 grond waarvan maar liefst 30 km2 stuifzand. Het is hiermee het grootste natuurgebied in Nederland, waar binnen het zand zich vrij kan bewegen. Als je deze ‘Brabantse Sahara’ voor het eerst betreedt voelt dit gebied enorm weids en verlaten aan, een lichte angst bekruipt je ook.’ Kan ik mijn weg wel terug vinden zonder te verdwalen?’

Om die angst weg te nemen heeft Natuurmonumenten regelmatig wegwijzers aangebracht. En daar wordt nu ook dankbaar gebruik van gemaakt door een zeldzame trekvogel: De klapekster. Op de wegwijzer gezeten heeft hij een goed uitzicht op mogelijk voedsel.

In het zand bespeuren wij de sporen van een ree. Verbaasd vraag ik aan de gids waar deze zijn water drinkt. “Een ree heeft maar weinig water nodig, hij heeft al genoeg aan de waterdruppels op het gras. Bij hete zomers sterven de zwakkere exemplaren, zo is het nu eenmaal in de natuur …..” We zien pijpenstrootjesgras en schapenzuring (het blad lijkt op de langgerekte kop met oren van een schaap).

Als we langs een zandheuvel met een grote vliegden lopen, zie ik aan de onderkant van die heuvel kleine struikjes van nauwelijks veertig centimeter hoog. Dit zijn struikwilgen, maar dan wel onder gestoven struikwilgen die maar liefst tweehonderd jaar oud zijn! Uniek, en vol eerbied sta ik hier even bij stil. Ik wil contact maken met dit krachtige, taaie natuurgebied …..

Water, vuur, aarde en lucht

En dat is precies het gevoel dat de basisscholen hier in de omgeving, met hun jonge leerlingen willen bereiken. Zij verzorgen in samenwerking met de natuurorganisatie driedaagse educatieve lessen over elk van de vier natuur elementen: Water, vuur, aarde en lucht . Zo kunnen de leerlingen zich bijvoorbeeld bij het project aarde tot aan de nek ingraven en vervolgens een half uur blijven zitten om daadwerkelijk voeling, verbondenheid, met de aarde te ontwikkelen.

Op het einde van onze prachtige excursie geeft de natuur ons nog een welgemeend advies mee. Wij lopen langs eikenbomen waarin de eikenprocessierups zit, die met zijn haartjes zoveel ongemak, jeuk en zelfs brandwonden kan veroorzaken. De natuurlijke vijanden van diezelfde rups, de eikengalwesp en de sluipwesp, huizen vaak op de onderste takken van de eik. En juist die takken worden, langs wegen en paden en in de stad, door mensen weggehaald ….. De natuur is er voor ons, maar wij moeten er ook voor de natuur zijn, zo leert dit laatste verhaal weer eens!

Meer informatie

Ton Oostveen blogt
Nivon Utrecht

loonse-en-drunense-duinen