Oekraïense families komen tot rust in ABK-huis

Sinds april 2022 is het ABK-huis voor een jaar volledig gereserveerd voor een groep Oekraïense vluchtelingen. Hoe vergaat het hen na ruim een half jaar? “Het belangrijkst is natuurlijk dat je veilig bent. Maar ik ga eerlijk zijn: het scheelt wel wáár je veilig bent.”

Op het grasveld voor het Natuurvriendenhuis rennen drie kinderen achter elkaar aan. Eén van hen, een jongetje van een jaar of twee, stopt met spelen als hij mij ziet, zwaait verlegen en brabbelt een groet. Als hij een por krijgt van de langste van het stel om verder te spelen, vergeet hij mij direct en holt schaterend weer achter zijn vriendjes aan.

Op het terras voor de ingang zitten een paar oudere dames te praten in het waterige zonnetje. Ze gaan volledig op in hun conversatie en kijken niet op of om als ik naar binnen loop op zoek naar mijn gesprekspartners voor vandaag, Svetlana en Yulia. Zij zijn twee van de ongeveer vijftig Oekraïense vluchtelingen die opgevangen worden in het ABK-huis.

Een groot gezin

Svetlana ontvangt me bij de balie en haalt Yulia op, terwijl ik wacht en de keuken in kijk, waar de grootste bedrijvigheid is vanmorgen. Er wordt gekookt, gekletst en hier en daar eet men alvast zijn ontbijt aan het lange aanrecht, terwijl de ander nog zijn eitje bakt. De sfeer is levendig. Iedereen praat met iedereen en ik krijg de indruk dat niet alleen de eigen kinderen af en toe een waarschuwing of een knuffel krijgen.

“Dat klopt. Alle Oekraïense bewoners van het huis zijn één grote familie geworden,” beaamt Svetlana als we aan de koffie zitten. “We zitten hier met ongeveer tien gezinnen. Tot een half jaar geleden waren we allemaal vreemden van elkaar. Nu heeft iedereen hetzelfde meegemaakt. En zijn we dankbaar dat we elkaar hebben. Natuurlijk maken we ook wel eens ruzie. We zijn zo’n Italiaans groot gezin dat je wel eens in een pastareclame ziet: we zeggen elkaar de waarheid en praten veel.” Ze lacht, een beetje wrang, om haar eigen vergelijking.

Svetlana en Yulia voor het ABK-huis

Svetlana is 42 jaar en is zeven maanden geleden met haar twee zonen uit Charkov gevlucht. Ze zaten een maand in een opvangcentrum en daarna een maand bij een gastgezin. Sinds vijf maanden zit ze in het ABK-huis. Een ontzettende verbetering met het centrum en zelfs met het gastgezin. “Weet je, je bent al zoveel kwijt. Je land, je thuis, je vrede, je hele leven eigenlijk. Dat je tenminste een stek hebt met je gezin, waar je kunt koken, je eigen eten voor je eigen kinderen kunt klaarmaken: dat is dan een verademing.”

Oma’s en vaders

Yulia is 47. Ze heeft drie kinderen van onder de zeven jaar, waaronder een baby van 18 maanden. Ze is gevlucht uit Cherson. Onvermoeibaar veegt ze iedere traan weg, die tijdens het vertellen bij haar opwelt. Het gezin had alles al ingepakt, toen de bommen vielen op Cherson en ze onmiddellijk vertrokken. Yulia smeekte haar man om mee te gaan. Omdat ze drie kinderen hebben, was dat immers toegestaan. “Maar hij weigerde en drong erop aan om meteen te vertrekken met de kinderen. Hij kon voor zijn gevoel niet mee. Hij wilde achterblijven om voor mijn schoonmoeder te zorgen. Zij is oud en zwak, ze was niet in staat om te vluchten en mijn man kon haar niet achterlaten. Normaal spreek ik hem iedere dag, al is het maar via Whatsapp. Maar sinds de gevechten in Cherson kan ik hem niet meer bereiken. Ik ben ongerust, neem me maar niet kwalijk.

Yulia met een van haar kinderen

Yulia met een van haar kinderen

Svetlana

Svetlana

 

 

 

 

 

 

 

 

Ook Svetlana liet haar man achter in Oekraïne, evenals haar moeder en schoonmoeder. “Veel ouderen zijn gebleven. Het is niet alleen vanwege hun gezondheid. Mijn moeder durfde ook niet te vluchten. Ze zag het niet voor zich, een compleet ander land, een andere taal. Ze zei dat ze liever zou blijven en sterven in haar eigen land. Wachten tot de bommen een einde maken aan het wachten.”

Fietstochtjes

Hoe anders is het voor de kinderen van Svetlana en Yulia, die zich al kunnen redden in het Nederlands en het naar hun zin hebben op school. Ze maken vriendjes en komen goed mee. “Maar die van mij missen thuis wel, hoor!” zegt Yulia. “Die van mij niet. Die weten nu al dat ze willen blijven. Dat wordt nog wat,” zegt Svetlana. Ze lachen allebei weer een beetje.

Oekraiense kinderen spelen voor het ABK-huis

Ze hebben geluk gehad, vinden ze. In het Natuurvriendenhuis kunnen ze verwerken wat ze hebben meegemaakt en vinden ze rust. Een heel verschil met de vluchtelingen die in de steden zijn opgevangen, meent Yulia. “Natuurlijk is het het belangrijkst dat je veilig bent. Maar ik ga eerlijk zijn: het scheelt wel wáár je veilig bent. Ik blij dat ik hier zit met de kinderen. Zij hebben de ruimte, kunnen spelen, er is geen druk verkeer.”

Eén activiteit springt er uit voor de dames. “Fietsen! Heerlijk. We kunnen overal heen. Door de bossen en naar het dorp. Daar kan ik echt van genieten. De kinderen vinden dat ook heel fijn om te doen. Als we teruggaan naar Oekraïne, dan hoop ik dat de aanleg van goede fietspaden bij de wederopbouw hoort,” betoogt Svetlana. “Want het fietsen door de natuur: dat ga ik niet meer opgeven!” Yulia knikt instemmend. Ze biedt nog een kopje koffie aan en koekjes aan, maar maakt duidelijk dat ze daarna plannen hebben: er staat een fietstochtje op de agenda.

Tekst en foto’s: Monique Siemsen