Duurzaam op reis? Ja graag, maar hoe dan?
Duurzaamheid en toerisme, kan dat samengaan? Volgens diverse onderzoeken draagt toerisme wereldwijd voor 8 tot 10 procent bij aan de opwarming van de aarde. Een belangrijk deel hiervan komt voor rekening van het vervoer, maar ook de bouw van hotels en resorts, water- en energieverbruik en aanleg van infrastructuur en attracties tikken stevig aan. En komt dat unieke landschap de toenemende toeristenstroom wel te boven? Waar kun je als reiziger op letten als je verantwoord op reis wilt gaan?
Er is steeds meer oog voor duurzaamheid in de toerismebranche en het is soms moeilijk door de bomen nog het bos te zien (no pun intended). Stichting ECEAT (Europees Centrum voor Eco- en Agrotoerisme) zet zich al sinds 1993 in voor het bevorderen van duurzaam toerisme. Een van haar belangrijkste doelstellingen is om milieu, natuur en landschap zo min mogelijk aan te tasten en de plaatselijke economieën te stimuleren. Nivonwerkgroep Spring Reizen organiseert duurzame buitensportreizen in Europa. Hoe pakken zij het aan?
‘Duurzaamheid’ is een beetje een modewoord, maar wat houdt het precies in? ‘Duurzaam’ gaat over zowel het gebruik (of juist het afzien van gebruik) van schaarse, natuurlijke hulpbronnen; de inzet van menselijk kapitaal en het stimuleren van de plaatselijke economie. ‘Ecotoerisme’ betreft kleinschalig toerisme, zodat ook een volgende generatie nog van een plek kan genieten. ECEAT promoot beide via de Groene Vakantiegids, met meer dan duizend accommodaties in het groen van 29 Europese landen – ook Nivons natuurvriendenhuizen en terreinen staan erin. Bovendien behartigt de organisatie de belangen van de accommodatiehouders; doet zij aan voorlichting en kennisdeling; ondersteunt zij duurzame projecten en traint lokale ondernemers.
Spring-reizen zijn van nature duurzaam: overnachten in een tent of een groepsaccommodatie levert de kleinste CO2-voetafdruk op. Deze voetafdruk vermeldt Spring bij elke reis op de website. Tijdens het wandelen zelf verbruik je geen fossiele brandstoffen. In het algemeen kun je zeggen: hoe sneller de reis en hoe verder de bestemming, hoe meer broeikasgassen per passagierskilometer je uitstoot. Het is dan ook een bewuste keuze van Spring om geen vliegreizen aan te bieden: alle reisbestemmingen, van de Dolomieten tot Skåne, zijn met openbaar vervoer bereikbaar.
Zijn toerisme en duurzaamheid niet altijd in tegenstrijd met elkaar?
Jaap Raap (ECEAT): “Toerisme is een vorm van consumptie en elke vorm van consumptie is uit te drukken in emissie of voetafdruk. Dus in die zin is er inderdaad sprake van een tegenstrijd. Wel kun je er natuurlijk voor zorgen dat die voetafdruk zo klein mogelijk blijft.”
Hoe selecteren jullie de bestemmingen?
JR: “Wij gaan af op spontane aanmelding en voordracht. De controle is wel lastig, het is te duur om alles te inspecteren. We zijn primair aangewezen op wat accommodatiehouders en bezoekers over de plek melden. Steeds meer accommodaties hebben een duurzaamheidsverklaring of biologisch keurmerk, die controleren en analyseren we. We hanteren een tiental criteria (zie kader -red.), maar het is praktisch onmogelijk om op alle tien voldoende te scoren. Criteria 3 t/m 8 wegen relatief zwaarder mee.”
Eva Jansen (Spring): “Onze vrijwilligers en deelnemers kunnen ideeën voor reizen aanleveren. Daaruit stelt onze reizencommissie een mooi programma samen. Voorwaarde is dat het merendeel van de bestemmingen binnen 24 uur met openbaar vervoer te bereiken is. In dat geval is de reis bij de prijs inbegrepen en reizen we er met de hele groep heen. Heel soms zijn bestemmingen wel met openbaar vervoer te bereiken, maar niet binnen 24 uur. Die boek je dan niet inclusief bij de reis. Verder proberen we een gevarieerd programma te maken van kampeer- en huttentochten, verschillende zwaartecategorieën en type gebieden.”
Waarop kunnen toeristen zelf nog letten bij het maken van een vakantiekeuze?
JR: “In principe kun je bij elk aspect van de reis letten op de duurzaamste invulling ervan. Ga je dichtbij of ver weg; wandelen of fietsen; gebruik je openbaar vervoer of de eigen auto? Ook het soort activiteiten speelt een rol, kies je bijvoorbeeld voor een fluisterboot of museale stoomtrein?
Bij de overnachting kun je kiezen voor een gecertificeerd duurzame accommodatie. Bekijk de menukaart in restaurants; kies voor seizoensgebonden producten uit de streek; zoek natuurvoedingswinkels of biologische producten in de supermarkt, of koop rechtstreeks van de boerderij.”
EJ: “Bij het maken van vakantiekeuzes kun je zelf altijd in de gaten houden of er duurzamere opties zijn. Zoals Jaap aangeeft zijn er heel veel keuzes te maken. Wat eet je? Hoe verplaats je je? Waar slaap je? Natuurlijk doe je graag activiteiten waar je plezier aan beleeft. Maar vaak kun je iets kiezen dat nét zo leuk is, maar wel duurzamer.”
Zoals er wereldwijde standaarden zijn voor bijvoorbeeld duurzame houtproductie (FSC) en visserij (MSC), werkt Travelife, een project vanuit ECEAT International, aan een standaard voor verantwoord toerisme. Dit vergt een nauwe samenwerking met touroperators, reisorganisaties, accommodaties. Sommige touroperators nemen uitstootcompensatie al standaard in hun prijzen op. Het doel is om uiteindelijk bij te dragen aan verduurzaming van de hele toeristische keten.
Er zijn veel organisaties die CO2-compensatie van een (vlieg)reis aanbieden. Waarom doet Spring dat niet?
EJ: “Het is een tijdelijke oplossing, dus niet echt duurzaam. De voornaamste manier om broeikasgassen te compenseren, is het aanplanten van bomen die CO2 opslaan. Maar dat geldt slechts voor de levensduur van de boom: als die vergaat, komt alle CO2 gewoon weer vrij. Ook heb je een bepaald oppervlak nodig: er zouden twee aardbollen moeten zijn om de bomen te planten die nodig zijn voor alle compensatie. Tenslotte compenseer je maar een onderdeel van de werkelijke bijdrage aan de opwarming van de aarde, terwijl je het liefst de vakantievoetafdruk zou verlagen.”
Tekst: Hester Schaaf
Foto’s: Bas Wetter