125 jaar Internationale Natuurvrienden
2020 is het jaar waarin de Natuurvriendenbeweging haar 125-jarig jubileum viert. Toch hebben de Natuurvrienden het wandelen in de Alpen niet uitgevonden.
Zo bestond er al in 1809 in Wenen een tijdschrift getiteld der österreichische Wandersmann of Der Wanderer met als ondertitel Eine Volkszeitung. Dat duidt op een wat bredere doelgroep dan alleen de elite en dat brengt wat nuances aan in de claim van de Natuurvrienden dat de oprichting van hun wandelclub op 16 september 1895 vooral gezien moet worden als exponent van de klassenstrijd. In uitgave 39 van der Wanderer uit 1835 lees ik bij een beschrijving van een wandeltocht over de Schneeberg:
“De weg over deze bergpas en in het algemeen gesproken over alpenwegen zou de Natuurvriend absoluut te voet af moeten leggen, omdat er steeds plekken komen waar je urenlang zou willen verblijven, verzonken in het adembenemende uitzicht.”
Het citaat maakt duidelijk dat een wandelaar in de natuur in Oostenrijk al veel vroeger dan in 1895 als Natuurvriend werd aangeduid.
Een belangrijk motief voor de oprichting van de ‘toeristenvereniging’ de Natuurvrienden was de arbeider een alternatief te bieden voor de kroeg. Initiatiefnemer was de sociaaldemocratische leraar Georg Schmiedl. Het ging hem om de nieuwe (socialistische) mens. Later schreef hij daarover:
“Al ons handelen moest gezien worden in het perspectief of het iets bijdroeg tot de veredeling van de mens, tot verheffing van het cultuurniveau…”
Zelf bleef Schmiedl op de achtergrond. Als ambtenaar bevond hij zich in een moeilijke positie met zijn engagement voor een socialistische wandelclub. In de Habsburgse politiestaat onder keizer Frans Jozef werd dit al gauw als een subversieve activiteit beschouwd. In zijn plaats trad de charismatische zeissmid Alois Rohrauer als ‘Obmann’ naar voren.
Van de zijde van Victor Adler, die in 1889 de Oostenrijkse Sociaal Democratische Arbeiders Partij oprichtte, werd de oproep van Schmiedl al evenmin met applaus ontvangen. De arbeiders hadden wel iets beters te doen dan zich in de natuur te verpozen. Ze behoorden zich op de barricade te begeven in de strijd voor het algemeen kiesrecht, dat pas in 1907 door de Oostenrijkse sociaaldemocraten werd binnengehaald. In Nederland zou dat overigens dan nog 10 jaar langer op zich laten wachten.
Op een oproep in de Arbeiter-Zeitung verschenen op maandag 16 september 1895 185 belangstellenden in het traditionele etablissement Zum Goldenen Luchsen in Neulerchenfeld voor de formele oprichtingsvergadering.
Neulerchenfeld was nog enkele jaren daarvoor een zelfstandig dorpje net buiten de stadsmuur van Wenen. Aangezien daar een lager accijnstarief gold, was de hoofdstraat, waaraan ook Zum Goldenen Luchsen lag, één aaneenschakeling van dranklokalen, waar zich het Weense publiek voor weinig laafde.
Met optredens van volkszangers probeerden deze etablissementen publiek te trekken, maar ook de socialisten hielden hier hun ‘conspiratieve’ bijeenkomsten in obscure achterzaaltjes.
Aan de hand van een schetsje en een gevelfragment, heb ik bovenstaande reconstructie gemaakt van Zum Goldenen Luchsen, het etablissement waar de natuurvriendenvereniging is opgericht. Ten gevolge van een bombardement is het pand verloren gegaan. Het was toen al als bioscoop in gebruik.
Opmerkelijk is dat niet alleen Genossen worden opgetrommeld voor de stichtingsbijeenkomst van de toeristenvereniging De Natuurvrienden, maar ook de leden van de alpine verenigingen in Wenen. Ook hieruit blijkt dat de Natuurvrienden zich bij hun oprichting niet echt afzetten tegen reeds bestaande alpine verenigingen, waartoe zeker wel reden was geweest. Daartoe behoorde o.m. de in 1878 opgerichte Österreichischer Alpenklub (ÖAK), die nog steeds bestaat. De vereniging van alpinisten bezit maar één hut op de Großglockner en richt zich vooral op extremere vormen van alpinisme. Ook Rohrauer was lid van deze vereniging.
Al In 1921 nam deze alpinistenclub een Ariërparagraaf aan. Joden waren niet langer gewenst binnen de gelederen. 2000 Joden en liberalen die zich niet met de Ariërparagraaf konden verenigen, richtten in 1921 een eigen sectie op onder de naam Donauland Verein. In 1924 werd deze sectie formeel buitengesloten uit de Oostenrijkse Alpenvereniging, nadat de leden ervan al eerder waren buitengesloten uit de berghutten van de Vereniging. Het is vooral de Weense sectie geweest die erop aanstuurde dat alle overige secties de Ariërparagraaf zouden overnemen.
Daar staat tegenover dat de prille Natuurvriendenbeweging wel het zelfbeeld had van een strijdbare organisatie, getuige de afbeelding op het ledenblad dat vanaf 1897 verscheen. Deze afbeelding lijkt in beeld te willen brengen dat de Natuurvrienden het burgerlijke domein van het Alpenlandschap hebben betreden. Dat beeld sluit aan bij de Natuurvriendengroet Berg frei!
De wandelaar verschijnt op deze afbeelding als een strijder op de barricade. De zon achter de bergen lijkt een voortijdige verwijzing naar het strijdlied ‘Brüder zur Sonne zur Freiheit, Brüder zum Lichte empor! Hell aus dem dunklen Vergangnen, leuchtet die Zukunft hervor’, maar dat lied is pas in 1920 ontstaan.
(citaat uit de Wanderer van 1835)
Natuurvrienden Internationale besteedt dit jaar vanuit Wenen gepaste aandacht aan het jubileum met een campagne via de sociale media, die 125 activiteiten van de Natuurvrienden van 1895 tot heden onder de aandacht brengt. Daarbij ligt de focus op de bijdrage van de Natuurvrienden aan een duurzame ontwikkeling. Je vindt ze via Facebook, Instagram en de NFI-website.
Tekst: Han Verschuur